Ga naar hoofdinhoud
tholen-luchtfoto

Historie

Tholen en het water

Het landschap van het Tholen zoals we het nu kennen is sterk door de mens en natuur beïnvloed. In de jaren 1014 en 1134 teisterden grote stormvloeden de Zeeuwse kusten. Men zag in dat het landschap drastisch moest veranderen om de stormvloeden de baas te zijn en begon met het opwerpen van vliedbergen en de aanleggen van dijken. Een tastbaar voorbeeld en tevens het enige overblijfsel van zo’n kunstmatige ophoging is de Westkerkseberg net buiten Scherpenisse.

Pluimpotpolder

In de Middeleeuwen bestond het huidige Tholen uit meerdere kleinere eilandjes die door bedijking van de tussenliggende geulen aan elkaar zijn gevoegd. De laatste grote geul, de Pluimpot, die Tholen in een oostelijke en westelijke heft verdeelde, werd in 1556 op twee plaatsen met een damwand afgesloten. Een restant van dit water, dat Scherpenisse en Sint-Maartensdijk tot in de 20e eeuw bereikbaar maakt voor schepen werd als onveilige schakelen de zeewering in 1957 gesloten. De Pluimpotpolder die op die manier ontstond, was de laatste grote inpoldering op Tholen.

Watersnood

Ook werd Tholen hard getroffen door de Ramp van 1953, die een zware stempel drukt op de algemene geschiedenis van Zeeland. Ruim de helft van Tholen werd door het zeewater overstroomd. In het nog zwaarder getroffen Stavenisse vielen zelfs 153 doden en was de materiële schade enorm. Het monument “Het Zeemonster” – een beeldhouwwerk van een vis gemaakt door de Amsterdamse beeldhouwer Gerrit Bolhuis – dient als een herinnering aan de verschrikkelijke watervloed. Het beeld bevindt zich aan de Provincialeweg tussen Sint-Maartensdijk en Stavenisse.

Wederopbouw

Na de watersnoodramp begon men met het herinrichten van het landschap. De oudste polders aan de zuidkant van het eiland ondergingen zeer ingrijpende veranderingen; wegen werden verlegd en dijken afgegraven. Door de verbetering van de waterlopen en plaatsing van gemalen, daalde de grondwaterstand aanzienlijk. Hierdoor konden de boeren aan de slag op de voormalige weidegebouwen en bloeide de landbouw op. Ook werden er destijds veel populieren aangeplant. Deze zijn de afgelopen jaren grotendeels vervangen door duurzamere bomen zoals essen, walnoten, eiken esdoorns, abelen, linden en wilgen. Het is niet voor niets dat Tholen vaak ‘t land van de aoge baomen (het land van de hoge bomen) wordt genoemd.

Ontsluiting en Deltawerken

Het Tholen van nu wordt na de ontsluiting door de Oesterdam en de Philpsdam, onderdeel van de Deltawerken, nog slechts voor een deel beïnvloed door de getijdenwateren. De grens met Noord-Brabant wordt gevormd door het Schelde-Rijnkanaal, die de havengebieden van Antwerpen en Rotterdam met elkaar verbinden. Met de passage van ruim 60.000 schepen is het één van de drukst bevaren scheepvaartverbindingen in Nederland. Ook is de regio goed bereikbaar vanuit de rest van Zeeland en regio Rotterdam door de autowegen over de dammen.

Back To Top